fbpx

Over ééntje met 38,8 ° C… en hoe dat mijn hoofd op hol doet slaan.

Zoals jullie weten, zijn de Kabouters na Pasen met school gestart. Alles liep goed tot nu, al had KabouterS het af en toe wat moeilijk.

Na enkele hele goede startweken, begon hij ’s ochtends te jammeren. Dat hij bang is van de juf, dat zijn juf droevig is… Ik heb proberen vol te houden: een knuffel, een kus, overhandigen aan de juf of de klas in sturen en vertrekken. Maar toch ga je daardoor twijfelen.

Ik heb zelfs samen met KabouterS de juf aangesproken zodat hij haar kon horen zeggen dat ze echt niet droevig is, die lieve juf van hem!

En sinds vorige vrijdag, was hij opnieuw flink. Jeej. Wat aarzelend maar zonder tranen, stapte hij de klas in.

Maar toen bleek ‘ie gisteren ziek te zijn…en dan ga ik nadenken.

Toen de Kabouters nog in de crèche zaten, zijn ze bijna altijd samen ziek geweest. Met een dagje verschil misschien, maar meer niet.

Onze crèche had in het begin ook een forfait – systeem. Niets met gewettigde afwezigheden en zo. Dus zelfs als er maar één van de twee echt ziek was, gingen ze meestal allebei naar opa en oma uit praktische overwegingen.

Toen de crèche instapte in het gesubsidieerd systeem van K&G, is het welgeteld 1 keer gebeurd dat één van de Kabouters ziek was. De andere is toen zonder probleem alleen naar de crèche gegaan. Want in de crèche hebben ze nooit geweend.

Het was best lang geleden dat er één van Kabouters ziek was, maar gisterenavond merkte ik na hun bad dat KabouterS vreselijk bibberde. Niet van zijn gewoonte…

Later op de avond bleek hij 38,8° koorts te hebben. Arme duts. Dus oma opbellen met de vraag of hij naar haar mocht komen: geen probleem.

Maar wat dan met KabouterV? Die moest gewoon naar school, vond ik. Ik wil niet dat ze leren dat school iets vrijblijvends is, waar je zomaar kan wegblijven.

’S ochtends doe ik de spits alleen. Dat betekende dus dat ik KabouterV in school moest gaan afzetten samen met KabouterS, de eerste daar “achter laten” en met KabouterS opnieuw vertrekken, richting oma en opa.

En dan begint mijn hoofd te malen: hoe ga ik dat aanpakken? Wat ga ik zeggen? KabouterS die net weer een beetje fan werd van school, dat hij niet naar school hoeft als hij ziek is. Zou KabouterV, die één of twee keer heeft geweend aan de klasdeur, wenen als hij dacht dat KabouterS zomaar weer mee naar huis mocht, of erger nog, naar oma mocht.

En zouden ze elkaar missen? Want maandagochtend was hun eerste werk van de dag elkaar lang knuffelen en hand in hand naar hun potjes wandelen.

Dus bereidde ik hen al de hele ochtend voor op dat moment aan de klas: “Oh KabouterS is ziek, ocharme, die moet naar de dokter, maar jij, KabouterV, jij mag naar de kindjes, een hele dag spelen.”

KabouterV zou een leuke dag hebben en zich niet slecht voelen en KabouterS zou er tegen op kijken om naar de dokter te moeten en misschien niet zo blij zijn dat hij niet op school hoefde te blijven? Allicht niet ideaal, maar dat leek me de beste oplossing.

Ik kon in elk geval toch onmogelijk in het bijzijn van KabouterV zeggen dat KabouterS naar oma en opa mocht? En ik wilde die laatste niet té blij maken.

Dus herhaalde ik dat op alle mogelijk manieren, met veel animo: “die arme KabouterS toch, school is veel leuker dan de dokter”.

En het werkte want KabouterV vond het best logisch: KabouterS is ziek, dus die moet naar de dokter. Maar ik mag spelen. En KabouterS die zag er best wel wat bedrukt uit.

Wat een hersenspinsels zeg, in een hoofd van een moeder, om uit zo’n situatie te geraken.

We vertrokken naar school en de hele wandeling van de parking naar de school toe, werd er tussen de Kabouters druk besproken wie wat zou doen die dag. De afspraken waren duidelijk.

KabouterS maakte zich wat zorgen over het “zogezegde” bezoek aan de dokter en kabouter V leek gerustgesteld.

Bij het afscheid aan de deur, dropte ik KabouterV veiligheidshalve in de zachte armen van de juf. KabouterS vastgrijpen, niet omkijken mama, goed doorstappen en even ‘the hole in your heart’ negeren.

Wat bleek? Geen reden tot paniek. KabouterV was super flink.

Eénmaal op de speelplaats van de lagere school, veilig uit het zicht, stapte ik met KabouterS de school uit. Dat manneke maar zeggen: “ikke naar dotter, hé mama”. Ik kon er niet echt uit afleiden hoe hij dat vond.

Maar dat kwam ik snel genoeg te weten…dus ik zeg, even vrolijk als ervoren: “wel, KabouterS, omdat je zo’n flinke zieke ben, hoef jij niet naar de dokter, jij mag naar oma.”

Waarop hij zich omdraait, ontzettend boos kijkt en roept:

“NEE, MAMA, IKKE DOTTER”!

En daar sta je dan! 🙂

Ik ben An, kort en bondig. 40 herfsten jong en getrouwd met mijn jeugdliefde. Ik hou van bergen, natuur, frisse lucht, reizen, naaien, fotografie, creëren en traag leven. Ondertussen ben ik naarstig op zoek naar een balans tussen mama zijn voor mijn twee zonen van 12 en 11 jaar met ADHD én mijn professionele ontplooiing als zelfstandig personal branding fotograaf onder de naam An Epic View.

5 Reacties

  1. Myriam
    10 juni 2015

    Hahahahaha, ja, het was goed geprobeerd maar ook kabouters hebben hun eigen mind 🙂

    Beantwoorden
  2. Ellen Naait
    10 juni 2015

    HAHA, schitterend 🙂

    Beantwoorden
  3. Olga Ivanova
    10 juni 2015

    Super verhaal, las bijna als een thriller voor mama’s. 🙂 En veel beterschap voor KabouterS!

    Beantwoorden
  4. Saskia_Sazul
    10 juni 2015

    Gewéldig!!!

    Beantwoorden
  5. inspinration
    10 juni 2015

    Heerlijk om te lezen dat iedereen dezelfde problemen heeft, hier weliswaar geen tweeling maar met meerdere lids tegelmatig zulke dingen.

    Beantwoorden

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.